door Maloe van Groeningen - Hulst
•
16 september 2024
Afgelopen vrijdag was ik aanwezig op het congres Kansrijke Start. Onderzoekers, rijksambtenaren, hulpverleners, zorgprofessionals, wethouders en ervaringsdeskundigen waren daar bijeen met één gedeeld doel: elk kind een goede start in het leven geven. Het blijkt een uitdaging die vraagt om een multidisciplinaire aanpak. Er werd veel gesproken over “samenwerken” en “verbinden”, over kennis opdoen en delen, maar ook over het opschalen van lokale initiatieven. Er is al zoveel goeds gedaan de afgelopen jaren. Hoe gaan we verder? Hoe laten we de puzzelstukjes op hun plek vallen, en hoe organiseren we ondersteuning en zorg over de schotten heen? Hoewel het programma vol zat met inspirerende sprekers, werd ik door één verhaal het meest geraakt. Het was het verhaal van Esmaa. Esmaa is eigenaresse van apotheek Pillen en Praten , in één van de moeilijkere wijken van Den Haag, waar multiproblematiek aan de orde van de dag is. Ze stelde hardop de vraag: “Als een man bij mij komt voor pillen tegen buikpijn, maar zijn buikpijn wordt veroorzaakt door de stress van een scheiding of door schulden, help ik hem dan echt met dat doosje pillen?" Deze vraag verwoordt een frustratie die ik al sinds het begin van mijn 15 werkzame jaren in het zorgdomein ervaar: wat doe je als zorgprofessional wanneer je weet dat medische middelen slechts pleisters zijn op veel dieperliggende wonden? Hoeveel ruimte krijg je om verder te kijken dan waarvoor je direct wordt gefinancierd? En, belangrijker nog, hoe vind je snel de juiste ondersteuning binnen het informele, preventieve of sociale domein? Esmaa probeerde het. Ze belde met verschillende instanties om te vragen hoe zij haar klanten kon helpen met hun onderliggende problemen. Wat ze tegenkwam, was een wirwar van regels en bureaucratische onmogelijkheden. In plaats van zich daarbij neer te leggen, besloot ze binnen haar eigen invloedsfeer te doen wat ze kon. Ze geeft haar klanten niet alleen medicijnen. Ze helpt hen stoppen met roken, organiseert wandelingen, strijdt tegen eenzaamheid met een doorlopend open spreekuur en verzorgt een gratis gezonde lunch voor eenieder die dat nodig heeft. Het is een prachtig lokaal voorbeeld van een zorgpartij die sterk inzet op preventie. Een initiatief dat je graag zou willen opschalen. Net als de vele andere lokale successen die tijdens het congres ter sprake kwamen; het land zit er vol mee. De Sociaal-Economische Raad pleitte aan het einde van de dag voor een systeemoplossing. Een nieuwe doorbraak in de maatschappelijke gezondheidswelvaart; die ene oplossing die opgeschaald kan worden naar het gehele systeem. Maar ik vraag me af: kunnen die initiatieven wel worden opgeschaald? Ik denk dat het antwoord grotendeels ‘nee’ is. Lokale successen zijn vaak succesvol omdat ze lokaal zijn, omdat het maatwerk is, omdat het kleinschalig is. Zodra je ze groter maakt en in een financieel systeem plaatst, komen bureaucratie en verantwoording om de hoek kijken. De veiligheid van het kleinschalige verdwijnt, de hulp wordt anoniem en de mensen die je wil bereiken komen niet meer opdagen. Als systeemdenker zie ik graag systeemoplossingen. Maar misschien is de beste systeemoplossing hier: laat de controle los. Misschien moeten we accepteren dat "de oplossing" nooit grootschalig en universeel zal zijn. Dat échte hulp altijd lokaal en persoonlijk zal blijven, zoals Esmaa’s manier van werken. Maatwerk, vanuit het hart georganiseerd. Maar wat betekent dat voor het systeem? Kunnen we voor mensen zoals Esmaa meer beleidsmatige en financiële ruimte creëren om dit soort kleinschalige initiatieven duurzaam neer te zetten, zonder ze te verstikken met regels en verantwoording? Esmaa sloot haar verhaal af met de woorden: “Geld is niet het belangrijkste. Ik krijg geen vergoeding in euro’s, maar wel in waardering.” Applaus uit de zaal. Prachtig en nobel. Maar dit is dus juist de plek waar een deel van het zorggeld naartoe zou moeten gaan, denk ik dan. Zonder papierwerk, zonder verantwoordingsrapportages en vanuit een heel ander denkkader. Want ik durf te wedden - nee, ik durf erop te vertrouwen - dat haar inspanningen ter voorkoming van een serieuze(re) zorgvraag, onderaan de streep keiharde positieve business cases opleveren voor het gehele systeem.