A blue and white logo for van groeningen hulst consultancy

Publicaties

door Maloe van Groeningen - Hulst 8 december 2024
Het is weer die tijd van het jaar. De eindejaarsgekte draait op volle toeren en ik doe volop mee. Twee spoedklussen aangenomen – want wie weet of er in januari een nieuwe opdracht ligt te wachten. Lange dagen, een bomvolle agenda en constante druk om alles goed te doen. En dan komt de kiespijn. Natuurlijk. Altijd op het verkeerde moment. Mijn lijf doet dit vaker; op piekmomenten protesteren. Het weet wanneer het genoeg is en vraagt als een jengelende peuter van twee om aandacht. Negeren heeft geen zin, weet ik inmiddels; dan wordt het alleen maar erger. Als ik ver na sluitingstijd het licht bij de tandarts aan de overkant nog zie branden, neem ik de gok en bel ik op. Wonder boven wonder heeft hij tijd. “Kom meteen maar langs, dan kijken we even wat er aan de hand is." Na het uitvragen van de symptomen en een paar kleine testjes krijg ik de diagnose: een beginnende zenuwontsteking. Geen bloedspoed, behandeling wel noodzakelijk. "Ik heb morgen nog een gaatje," zegt hij, lachend om z’n eigen grap. Ik pak mijn idiote agenda erbij. Morgen? Nee, onmogelijk. Alles zit vol. “Maandag dan?” vraagt hij. Nee, dat kan al helemaal niet. Kan het een week wachten? “Dat kan,” zegt hij. “Maar als je toch eerder meer pijn krijgt, moeten we alsnog direct behandelen en komt er een antibioticakuur bij.” Oef. Ik kijk naar m’n agenda en voel de werkdruk. Ik beoordeel de mate van pijn en denk dat ik de symptomen misschien nog wel een tijdje kan onderdrukken. Ik besluit het erop te gokken. De afspraak staat over 12 dagen. Thuis komt mijn 15-jarige zoon polshoogte nemen. “Wat is er aan de hand?” vraagt hij. Ik leg het verhaal uit. Hij schudt z’n hoofd. “Maar mam, het behandelen van een ontsteking is toch veel belangrijker dan je werk?” Ik voel een mengeling van schaamte en trots. Hij heeft gelijk. Natuurlijk heeft hij gelijk. Hoe is het mogelijk dat ik het altijd over gezondheid heb, maar daar zelf niet naar handel? Gelukkig zijn onze je-moet-goed-voor-jezelf-zorgen-preken bij de puber niet helemáál het ene oor in en het andere oor uit gegaan. Diezelfde avond ruim ik mijn agenda en laat ik de tandarts weten dat ik toch graag meteen geholpen wil worden. Als mijn zoon halverwege de avond in de woonkamer verschijnt, geef ik hem credits voor zijn juiste prioriteitstelling. Hij rolt met zijn ogen, zoals alleen pubers dat kunnen, en verdwijnt - met een bekend klinkend "zei ik toch al?" - weer terug naar zijn kamer. Gezondheid boven werk. Altijd. Ik wens iedereen alvast heel fijne, gezonde en ontspannen feestdagen toe. Zorg goed voor jezelf. Maar dan écht.
door Maloe van Groeningen - Hulst 16 september 2024
Afgelopen vrijdag was ik aanwezig op het congres Kansrijke Start. Onderzoekers, rijksambtenaren, hulpverleners, zorgprofessionals, wethouders en ervaringsdeskundigen waren daar bijeen met één gedeeld doel: elk kind een goede start in het leven geven. Het blijkt een uitdaging die vraagt om een multidisciplinaire aanpak. Er werd veel gesproken over “samenwerken” en “verbinden”, over kennis opdoen en delen, maar ook over het opschalen van lokale initiatieven. Er is al zoveel goeds gedaan de afgelopen jaren. Hoe gaan we verder? Hoe laten we de puzzelstukjes op hun plek vallen, en hoe organiseren we ondersteuning en zorg over de schotten heen? Hoewel het programma vol zat met inspirerende sprekers, werd ik door één verhaal het meest geraakt. Het was het verhaal van Esmaa. Esmaa is eigenaresse van apotheek Pillen en Praten , in één van de moeilijkere wijken van Den Haag, waar multiproblematiek aan de orde van de dag is. Ze stelde hardop de vraag: “Als een man bij mij komt voor pillen tegen buikpijn, maar zijn buikpijn wordt veroorzaakt door de stress van een scheiding of door schulden, help ik hem dan echt met dat doosje pillen?" Deze vraag verwoordt een frustratie die ik al sinds het begin van mijn 15 werkzame jaren in het zorgdomein ervaar: wat doe je als zorgprofessional wanneer je weet dat medische middelen slechts pleisters zijn op veel dieperliggende wonden? Hoeveel ruimte krijg je om verder te kijken dan waarvoor je direct wordt gefinancierd? En, belangrijker nog, hoe vind je snel de juiste ondersteuning binnen het informele, preventieve of sociale domein? Esmaa probeerde het. Ze belde met verschillende instanties om te vragen hoe zij haar klanten kon helpen met hun onderliggende problemen. Wat ze tegenkwam, was een wirwar van regels en bureaucratische onmogelijkheden. In plaats van zich daarbij neer te leggen, besloot ze binnen haar eigen invloedsfeer te doen wat ze kon. Ze geeft haar klanten niet alleen medicijnen. Ze helpt hen stoppen met roken, organiseert wandelingen, strijdt tegen eenzaamheid met een doorlopend open spreekuur en verzorgt een gratis gezonde lunch voor eenieder die dat nodig heeft. Het is een prachtig lokaal voorbeeld van een zorgpartij die sterk inzet op preventie. Een initiatief dat je graag zou willen opschalen. Net als de vele andere lokale successen die tijdens het congres ter sprake kwamen; het land zit er vol mee. De Sociaal-Economische Raad pleitte aan het einde van de dag voor een systeemoplossing. Een nieuwe doorbraak in de maatschappelijke gezondheidswelvaart; die ene oplossing die opgeschaald kan worden naar het gehele systeem. Maar ik vraag me af: kunnen die initiatieven wel worden opgeschaald? Ik denk dat het antwoord grotendeels ‘nee’ is. Lokale successen zijn vaak succesvol omdat ze lokaal zijn, omdat het maatwerk is, omdat het kleinschalig is. Zodra je ze groter maakt en in een financieel systeem plaatst, komen bureaucratie en verantwoording om de hoek kijken. De veiligheid van het kleinschalige verdwijnt, de hulp wordt anoniem en de mensen die je wil bereiken komen niet meer opdagen. Als systeemdenker zie ik graag systeemoplossingen. Maar misschien is de beste systeemoplossing hier: laat de controle los. Misschien moeten we accepteren dat "de oplossing" nooit grootschalig en universeel zal zijn. Dat échte hulp altijd lokaal en persoonlijk zal blijven, zoals Esmaa’s manier van werken. Maatwerk, vanuit het hart georganiseerd. Maar wat betekent dat voor het systeem? Kunnen we voor mensen zoals Esmaa meer beleidsmatige en financiële ruimte creëren om dit soort kleinschalige initiatieven duurzaam neer te zetten, zonder ze te verstikken met regels en verantwoording? Esmaa sloot haar verhaal af met de woorden: “Geld is niet het belangrijkste. Ik krijg geen vergoeding in euro’s, maar wel in waardering.” Applaus uit de zaal. Prachtig en nobel. Maar dit is dus juist de plek waar een deel van het zorggeld naartoe zou moeten gaan, denk ik dan. Zonder papierwerk, zonder verantwoordingsrapportages en vanuit een heel ander denkkader. Want ik durf te wedden - nee, ik durf erop te vertrouwen - dat haar inspanningen ter voorkoming van een serieuze(re) zorgvraag, onderaan de streep keiharde positieve business cases opleveren voor het gehele systeem.
door Maloe van Groeningen - Hulst 21 april 2024
Ik hou van hokjes. Niet om mensen in te stoppen, maar wel om spullen in te stoppen. In ons huis zijn dan ook veel opbergdozen, bakjes en vakjes te vinden. Labeltje erop, heerlijk. Lekker gestructureerd, overzichtelijk en voorspelbaar. Wat ik er zo fijn aan vind is de efficiëntie die het met zich meebrengt. Je weet precies waar iets ligt en je weet ook precies wanneer je de voorraad moet bijvullen. Financieel is het ook slim; want hoe vaak ga je toch maar even naar de bouwmarkt, ook al weet je dat je ergens achterin het schuurtje precies datgene hebt liggen dat je zoekt? Je weet nét niet meer waar je het hebt opgeborgen en je hebt geen zin om de boel overhoop te halen. Gevolg: 50 rollen half uitgedroogde afplaktape. Gewoon niet economisch. Dus toen ik vorige week in één van onze rommellades eindeloos aan het zoeken was naar dat simkaarttelefoonpinnetje, vond ik dit een prima moment voor nieuwe hokjes. Zes lades ondergingen een transformatie. Elke lade een eigen thema (kantoorspullen, gereedschap, belangrijke documenten, etc.) en in elke lade tien hokjes; één voor simkaarttelefoonpinnetjes, een ander voor batterijen, sleutels waarvan niemand meer weet waar ze van zijn, muntjes, paperclips, je begrijpt het. Met elk toegewezen hokje werd ik kalmer. Mijn man is dus juist helemaal niet van de hokjes. Hij is ook niet van regels en handleidingen en daarmee wel lekker consistent. Dus toen ik na een hele avond sorteren trots het gestructureerde resultaat liet zien, kreeg ik een vrij lauwe reactie. “Mooi, maar had van mij niet gehoeven.” Prima, dacht ik. Ík was er in ieder geval blij mee. Vandaag kwam hij thuis met nieuwe kantoorspullen. Stickers voor zijn leerlingen, lijmstiften en post-its. Met deze spullen in zijn hand opende hij een aantal voormalige rommellades. Eén voor één gingen ze weer dicht. “Weet je wat ik hier nu ingewikkeld aan vind?” begon hij. “Er is geen ruimte meer om gewoon dingen neer te leggen. Nu moet ik bij elk ding gaan nadenken in welke categorie dat valt, en dan ook nog volgens jóuw ordeningssysteem. Ik ben dus heel lang bezig met dingen opbergen, terwijl ik ze gewoon snel ergens kwijt wil. Dat is toch niet efficiënt?” Ook de laatste lade ging met een zucht dicht. “Weet je wat? Ik leg het gewoon óp de kast en dan mag jij het sorteren, goed?” Kijk, ik vind het niet erg om meer tijd te besteden aan het opbergen van spullen. Ik weet dat ik daar zelf bij het zoeken de vruchten van pluk. Maar het zette me wel aan het denken over al die zorgprofessionals die steeds meer geacht worden om informatie gestructureerd te registeren voor de vólgende zorgprofessional of voor de patiënt en die daar zelf de voordelen dus veel minder van ervaren. Voor de in hokjesdenkende zorgprofessionals kan dat nog steeds fijn en overzichtelijk werken, maar anderen zijn misschien wel veel meer zoals mijn man. Zij willen gewoon een plek om informatie snel kwijt te kunnen en niet bij elk gegeven moeten nadenken in welk hokje het past. Ik begrijp dat. Echt. Inmiddels heb ik één van de voormalige rommellades terug in zijn oude staat gebracht. De hokjes zijn eruit, de lade is leeg en mijn man kan hier alles in kwijt, zonder na te hoeven denken over categorieën. Ik weet dat ik hier eens in de zoveel tijd doorheen zal gaan en spullen naar de andere lades zal verplaatsen, maar daar heeft hij verder geen last van. Volgens mij hebben we dan een win-win situatie te pakken. Hoe zouden we zo'n win-win situatie in de zorg kunnen bewerkstelligen, vraag ik me af. Drie lessen haal ik hier in ieder geval uit: Het moet de opberger/zorgprofessional/patiënt/burger zo makkelijk mogelijk worden gemaakt zijn spullen/informatie kwijt te kunnen. Laat het hokjesdenken over aan hokjesdenkers. De zorg zal altijd rommellades nodig blijven hebben. Ik haal mijn labelprinter uit de kantoorlade om een categorie toe te kennen aan onze nieuwe rommellade. “Overig”? Of gewoon “Rommellade”?
Een vrouw draagt ​​een slim horloge om haar pols
door Maloe van Groeningen -Hulst 13 april 2024
Als een ware gadgetliefhebber en zelfverklaarde gezondheidsfreak, ben ik in de wolken wanneer ik mijn eerste smartwatch om mijn pols klik. Het telt niet alleen mijn stappen en houdt mijn slaap bij, maar het belooft ook mijn hartslag te monitoren en mijn stressniveaus te meten. Een mini-gezondheidscentrum om mijn pols, hoe geweldig!
door Maloe van Groeningen - Hulst, Dirk de Wit 1 februari 2024
In dit whitepaper onderzoeken Dirk de Wit en Maloe van Groeningen de rol van digitalisering in het handhaven van de gezondheid van burgers en het verminderen van de vraag naar gezondheidszorg. Het benadrukt het belang van het betrekken van burgers bij het beheren van hun eigen gezondheidsgegevens en de noodzaak van richtlijnen en afspraken tussen zorgprofessionals voor de integratie van zelfverzamelde gezondheidsgegevens in patiëntendossiers. De verschuiving van reactieve gezondheidszorg naar proactieve gezondheid, ondersteund door digitalisering, brengt uitdagingen met zich mee zoals informatie-overload voor zorgverleners en de noodzaak van effectieve gegevensbeheerstrategieën. Het whitepaper suggereert het gebruik van gezondheidsapps, persoonlijke gezondheidsomgevingen en de ontwikkeling van gepersonaliseerde gezondheidsgegevens-ecosystemen om burgers te versterken en de gezondheidsresultaten te verbeteren. Het benadrukt ook de noodzaak van een heroverweging van gegevens-ecosystemen en de relatie tussen overheid, gezondheidszorg en individuele burgers in de context van het nieuwe gezondheidszorgmodel.
Share by: